Gusto Casa Spanje

Costa Blanca El Portet verdringen we de Spanjaarden?

Verdringen we de Spanjaarden aan de Costa Blanca Noord?

In de media zien we protesten tegen alle toeristen in de Spaanse steden. Mensen in Spanje vragen aan ons in barretjes, maar ook bij scholen: ‘Wat komen jullie allemaal doen?’ en ‘Waarom zijn jullie ineens met zoveel’. Maar protesten zoals in Barcelona of in Malaga die zijn hier niet. Hoezo is dat hier dan niet?

De oorsprong van de Costa Blanca

Oorspronkelijk was de Costa Blanca Noord, en dus ook de regio Marina Alta, geen luxe mondaine badplaats of toeristische bestemming. Het waren kleine schattige vissersdorpje en landbouwgemeenschappen aan de voet van de bergen. De mensen in Dénia, Jávea, Moraira, Altea en Calpe leefden d vooral van visserij, groenteteelt en wijngaarden (especialmente moscatel uit de Jalón-vallei).

Historisch gezien heeft de regio diepgewortelde aanwezigheid van Iberiërs en Romeinen, met latere sporen van de Moorse cultuur, de naam ‘Marina’ verwijst naar de oriëntatie op de zee. Eeuwenlang leefde men hier een bescheiden en authentiek bestaan, sterk verbonden met de zee, de bergen en seizoensgebonden ritmes.

De oorspronkelijke bewoners:

  • Vissers van lokale dorpjes als Dénia en Calpe
  • Boeren en wijnbouwers, verspreid in het binnenland
  • Bewuste gebruik van Montes (bergen) en Sierra (gebergte) als natuurlijke partners

De Moren, moslimvolken uit Noord-Afrika, heersten hier tussen de 8e en 13e eeuw. Ze brachten irrigatiesystemen, landbouwtechnieken en een rijke bouwcultuur met zich mee. Vandaag de dag leeft hun invloed voort in de architectuur én in kleurrijke tradities zoals de jaarlijkse Moros y Cristianos-feesten, waarin het christelijke en Moorse verleden symbolisch wordt nagespeeld in optochten, vuurwerk en muziek. Deze feesten zijn niet alleen cultureel erfgoed, maar ook een geliefd evenement voor bewoners en bezoekers.

Opkomst van het toerisme

Costa Blanca was een marketingterm, om de regio net wat beter te presenteren. Spanjaarden uit Madrid ontdekten deze regio als zomerse toevlucht. Ze kwamen met de auto, vaak voor wekenlang. Veel van die families keren nog steeds ieder jaar terug naar hun appartement in Dénia of hun villa in Jávea. Ik blijf het grappig vinden dat als je in Madrid in de taxi zit. Ongeveer iedere taxichauffeur zegt dat zijn familie een huis heeft in Javea. En misschien klopt dat ook wel. Veel huizen zijn al jaren in het bezit van hele families en gaan over van generatie op generatie.

Vanaf de jaren ’50 en ’60, toen Spanje zichzelf als vakantieland begon te positioneren en de term Costa Blanca werd geboren, begon deze streek zich te ontwikkelen tot een geliefde zomerbestemming voor Spaanse stedelingen, vooral uit Madrid en Valencia. Maar ook uit het chiquere Bilboa.

  • Families uit Madrid ontdekten de koelere zeelucht, brede stranden en rustieke schoonheid van de Costa Blanca Noord.
  • Ze kochten er eenvoudige strandhuizen of appartementen aan de rand van dorpen als Jávea, Moraira, Altea, Dénia en Calpe.
  • Generaties groeiden op aan deze kust: Spaanse vakantiegangers die hun zomers hier jaar na jaar doorbrachten en dat nog steeds doen.

Vanaf de jaren ‘70 volgden ook buitenlanders. Duitsers, Britten, Nederlanders. Het buitenlandse toerisme was toen in opkomst. Ze werden verliefd op het licht, het klimaat, de bergen die eindigen in de zee.

Benidorm, net ten zuiden van Marina Alta, speelde een sleutelrol in de internationale bekendheid van deze regio. Vanaf de jaren ’60 werden er door luchtvaartmaatschappijen en reisorganisaties speciale overwinterarrangementen aangeboden, compleet met accommodatie, maaltijden en animatie, gericht op met name Britse, Duitse en later ook Nederlandse senioren. Er zijn hier zelfs hele documentaires over gemaakt. Waarbij ze de piepers zitten te schillen die ze mee hebben genomen vanuit Nederland. Dit werd vooral gedaan omdat de hotels leegstonden in de winter. Zo bleef de economie draaien.

De zachte winters en goede gezondheidszorg maakten het een logische keuze. Dat effect sijpelde door naar de omliggende gebieden zoals Calpe, Altea en Jávea. Daar vonden overwinteraars rustiger alternatieven met meer ruimte en karakter, maar wel met hetzelfde klimaat en comfort.

Vanaf de jaren ’80 werd overwinteren zelfs een trend, mede door aantrekkelijke vaste maandtarieven en de opkomst van goedkope vluchten. Nog steeds kiezen duizenden Europeanen elk jaar opnieuw voor een lang verblijf in deze streek, vaak in dezelfde urbanisatie, soms zelfs in dezelfde woning als het jaar ervoor. Ze bouwen hier echt een leven op.

Type woningen en de bebouwing

De Costa Blanca werd steeds een beetje populairder. Er werden veel urbanisaties en vakantiewoningen gebouwd voor buitenlandse kopers. Er kwamen hele woonwijken met appartementen, huizen en luxe villa’s dichtbij de zee of juist hoog in de berg met het uitzicht op de zee. De projectontwikkelaars richtte zich dus vanaf de jaren ’60 al echt op de buitenlandse koper. Deze urbanisaties hadden vaak veel gemeenschappelijke voorzieningen. Met bijvoorbeeld sportfaciliteiten, zwembaden, gemeenschappelijke tuinen en wat winkels of een restaurantje. Zo werden deze urbanisaties aantrekkelijk voor mensen die het kochten als een tweede verblijf of voor vakantiegangers. Veel van deze huizen werden gebouwd met witte gevels, rode (terra kleurige dakpannen en arcades). Traditionele vissershuizen, townhouses en finca’s maakten zo geleidelijk plaats voor moderne villa’s, appartementen en vakantieparken die de kustlijn kenmerken.

Inwoners en nationaliteiten

Het publiek werd steeds internationaler. Het begon met voornamelijk Britten en Duitsers. Na de Brexit nam het aantal Britten wel wat af. Maar je ziet het nog aan de Overseas supermarkten en de typische Engelse restaurants. Ook andere nationaliteiten vestigden zich, waaronder veel Nederlanders, Belgen en Scandinaviërs, aangetrokken door het klimaat en de levensstijl. In de provincie Alicante is tegenwoordig zo’n 20% van de bevolking buitenlands, voornamelijk Britten, Nederlanders, Duitsers en ook in recentere jaren Russen. Naast buitenlandse bewoners zijn er ook veel Spanjaarden van buiten de regio (bijv. uit Madrid en Valencia) die een tweede huis in de Marina Alta hebben of er in de zomer verblijven. Doordat er zoveel (welgestelde) mensen kwamen uit Madrid, Valencia, Bilbao en Murcia, kwamen er ook goede restaurants. Bij ons in het dorp heb je Ausias. Een restaurant wat hoopt op een Michelinster. Ze richten zich echt op de toeristen uit Madrid. Dat is hun grootste doelgroep. In de winter zie je Spanjaarden en pensionado’s en semi-permanente bewoners uit heel Europa. In de zomer zijn het hier levendige badplaatsen.

Reputatie van de regio: luxe vakantiebestemming vs. arbeidersregio

De noordelijke Costa Blancastaat duidelijk bekend als een toeristische en residentiële vakantieregio met een relatief luxe imago. Je merkt ook echt dat ondanks het feit dat je inmiddels frikandellen en kroketten kunt kopen, het een wat duurder gebied is. Je merkt een groot verschil met bijvoorbeeld de Costa Blanca Zuid. De kustplaatsen aan de Costa Blanca Zuid drijven voor een groot deel op het toerisme: sectoren als horeca, wijnmakerijen, vastgoed en recreatie domineren de lokale economie. De omgeving trekt bezoekers en bewoners met zijn jachthavens, stranden, golfbanen en kwaliteitsrestaurants, wat bijdraagt aan een relatief hoogwaardig en ontspannen leefklimaat. Denia is bijvoorbeeld de creatieve stad van de gastronomie, uitgeroepen door Unesco. Hoewel er natuurlijk ook locals wonen die in normale beroepen werken, is de algemene uitstraling van de Marina Alta die van een welvarende, internationale kuststrook gericht op luxe vakanties en comfortabel wonen. Het is geen streek van zware industrie of grootschalige fabrieken, in plaats daarvan vindt men er vooral mooie woonwijken, resorts, en authentieke dorpscentra vol terrassen en boetieks voor de bezoekers.

Klimaat aan de Costa Blanca Noord

Het klimaat van de Marina Alta is een van de grote trekpleisters. Het gebied kent een typisch mediterraan klimaat met milde winters, warme zomers en veel zonneschijn het hele jaar door. In de koelste maand januari liggen de middagtemperaturen gemiddeld rond 15–17°C, terwijl in de zomermaanden maxima van 35°C of meer worden bereikt. Toch wordt het niet te warm over het algemeen, door het zeewindje. Dankzij de beschutte ligging (bijvoorbeeld door de omliggende bergen zoals de Montgó bij Jávea) en de invloed van de Middellandse Zee blijft het klimaat gematigd en aangenaam, zonder extreme kou of hitte. Neerslag is beperkt (rond 500–600 mm per jaar, vooral in het voor- en najaar), zodat bezoekers op vele zonnige dagen kunnen rekenen. De regio pronkt met ruim 300 zonnige dagen per jaar, (en ik lees zelfs 310/320 dagen) Dit jaar regende het wel wat meer dan anders, maar ondanks alles bleef het heel aantrekkelijk. Sterker nog, de noordelijke Costa Blanca pocht regelmatig dat het een van de gezondste klimaten ter wereld heeft. De combinatie van zuivere zee- en berglucht, veel zon en een stabiele temperatuur zou bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Voor mij (Lindy) is het klimaat met mijn zenuw- en gewrichtspijn echt beter. Mijn fibromyalgie is hier veel minder. Dit zachte klimaat maakt het mogelijk het hele jaar door buitenactiviteiten te ondernemen, van zwemmen en zeilen in de zomer tot golfen en wandelen in de winter. Kortom, het hele jaar door mild en zonnig weer draagt in grote mate bij aan de aantrekkingskracht van deze kustregio.

Waarom een aangename vakantiebestemming?

De Costa Blanca Noord (Marina Alta) geniet al decennia een groeiende populariteit als vakantiebestemming, om verschillende overtuigende redenen:

  • Klimaat en gezondheid Het weer is het hele jaar door zacht en zonnig. Dit milde klimaat, in combinatie met schone zeelucht, zorgt voor een aangenaam verblijf in elk seizoen. Het is niet voor niets dat de streek geroemd wordt om haar gezonde leefklimaat.
  • Natuur en stranden Je vindt hier lange witte zandstranden (maar ook veel stranden met grote keien), ruige kliffen en groene bergen. Verspreid over de kust vind je talloze blauwe vlag-stranden (maar liefst 59 in de gehele Costa Blanca met veilig, schoon water, ideaal om te zonnen, zwemmen en allerlei watersporten te beoefenen. Beroemd is bijvoorbeeld de rots Peñón de Ifach in Calpe, een gigantische kalkstenen rots in zee die als natuurpark kan worden beklommen voor fenomenaal uitzicht. Er wordt ook gezegd dat dit een krachtplek is, net zoals op Ibiza. Ieder dorp heeft ook een plek waar je met een rolstoel het water in gelaten kunt worden, die gaat drijven. Maar, dit is alleen in het hoogseizoen open. Daarnaast vind je in het binnenland valleien vol wijngaarden (Moscatel-wijn uit de Jalón-vallei) en boomgaarden, wat mogelijkheden biedt voor wandelen, hiken en fietsen met fantastisch uitzicht. Kortom, van stranden tot bergen, liefhebbers van natuur komen ruimschoots aan hun trekken.
  • Cultuur, geschiedenis en sfeer De Marina Alta weet ook te bekoren met haar culturele erfgoed en authentieke sfeer. In Dénia prijkt een eeuwenoud kasteel op een heuvel midden in de stad, en Altea en Jávea hebben schilderachtige oude stadskernen met witgekalkte huisjes en kerken met blauw betegelde koepels die het typische beeld van de Costa Blanca vormen.Veel van deze dorpen waren oorspronkelijk vissersplaatsjes en hebben hun Spaanse karakter grotendeels behouden ondanks het toerisme, zo vind je hier nog steeds lokale markten, vissershavens met verse vis, en traditionele feesten het hele jaar door. De ontspannen mediterrane levensstijl is hier voelbaar: tapas eten op een terrasje, avondwandelingen over de boulevard, en gemoedelijk contact tussen locals en bezoekers. De streek heeft ook een creatieve kant; met name Altea staat bekend als kunstenaarsdorp boordevol galerieën en ateliers. Deze mix van geschiedenis, kunst en traditie geeft de regio een unieke charme.
  • Voorzieningen en bereikbaarheid Als gevestigde toeristenregio biedt de Costa Blanca Noord uitstekende voorzieningen. Er zijn jachthavens, golfbanen (bijvoorbeeld in Jávea, La Sella (Pedreguer) en Moraira), waterparken, winkelcentra en talloze restaurants, variërend van lokale keuken tot internationale opties. De bereikbaarheid is ook goed: de regio ligt tussen de steden Valencia en Alicante in, beide met internationale luchthavens op ongeveer een uur rijden, en via de snelweg AP-7 zijn alle kustplaatsen vlot verbonden. Ook ben je vanaf Denia snel op de Balearen via de veerboot. Een beetje alsof je naar de waddeneilanden gaat, maar dan anders. Dit gemak maakt het aantrekkelijk voor buitenlandse bezoekers en huiseigenaren, men is relatief snel ’thuis’ in het vakantiehuis. Bovendien is de regio veiliger en goedkoper in levensonderhoud dan sommige grote steden of luxe bestemmingen in Spanje, met een ontspannen leefritme dat veel vooral noordelijke Europeanen aanspreekt.

Al deze factoren samen maken de Marina Alta tot een zeer geliefde vakantiebestemming. De streek ‘heeft van alles het beste, mild weer, uitstekende gastronomie, een relaxte levensstijl, prachtige stranden en bergen, en volop vrijetijdsactiviteiten’. Of men nu op zoek is naar zonnebaden en rust, sport en natuur, of cultuur en culinair genieten, Costa Blanca Noord weet het te bieden in een vriendelijke, mooie omgeving.

We lezen nu in de krant dat ze op Mallorca restaurants moeten sluiten omdat het rustiger is. Er waren hier flinke protesten tegen de toeristen. Maar dat is hier absoluut niet het geval.

Belangrijkste plaatsen en leukste plaatsen aan de Costa Blanca Noord.

Dénia de hoofdstad van de Marina Alta, is een levendige havenstad met ongeveer 40.000 inwoners. De stad staat bekend om het imposante middeleeuwse kasteel op een rots, dat uitkijkt over de haven en het oude centrum. Dénia heeft van oudsher een van de grootste havens in de regio; van hier vertrekken dagelijks veerboten naar de Balearen (Ibiza, Mallorca & Formentera). Vroeger was Dénia een belangrijk vissers- en handelsstadje, maar sinds de opkomst van het toerisme is het ook een geliefde vakantiebestemming. De stad heeft kilometerslange zandstranden ten noorden (Las Marinas) en ruigere baaien ten zuiden (Las Rotas). Las Rotas is echt prachtig, met van die schattige huisjes naast het water. Naast toeristen uit het buitenland trekken vooral in de zomer veel Spanjaarden uit bijvoorbeeld Valencia naar Dénia voor vakantie. Behalve stranden biedt Dénia een authentiek centrum met kleurrijke huisjes, een dagelijkse vismarkt en uitstekende restaurants, Dénia is zelfs UNESCO Creative City of Gastronomy. De nabijgelegen berg Montgó (753 m) domineert de horizon tussen Dénia en Jávea en vormt een natuurpark dat geliefd is bij wandelaars.

Jávea (Xàbia) ligt iets ten zuiden van Dénia, aan de voet van diezelfde Montgó-berg. Het is een van de populairste bestemmingen voor buitenlandse bewoners in de regio en kent drie kernen: de historische binnenstad, de haven (Puerto) en het strandgebied Arenal. Jávea heeft een prachtig oud centrum met smalle straatjes en witte gevels in traditionele stijl, waaronder gotische raamdetails en smeedijzeren balkonnetjes. Echt i love Xabia Old Town. Dit historische hart ademt nog de sfeer van eeuwenoude vissers- en koopmansleven. Ik houd ook echt van de Mercathal. Beneden aan zee ligt de haven met een boulevard vol restaurants en uitzicht op de baai, waar ‘s ochtends de vissersboten hun vangst binnenbrengen. Hier zitten mega leuke tentjes en in de zomer vind je hier ook een klein marktje.Verderop bevindt zich Playa del Arenal, een halvemaanvormige zandbaai met palmbomen en een levendige boulevard vol horeca. Wij noemen dit gekscherend vaak Scheveningen. Het is er toeristischer, maar grappig genoeg vind je hier dus ook een Sterrenrestaurant en echt goede restaurants. Jávea staat daarnaast bekend om zijn microklimaat; samen met Dénia wordt het klimaat er wel als een van de gezondste ter wereld bestempeld. Door de grote internationale gemeenschap (Britten, Duitsers, Nederlanders enz.) vind je er ook veel faciliteiten, zoals internationale scholen en semi-privescholen, waardoor Jávea voor veel expats aantrekkelijk is om permanent te wonen.

Moraira is een kustplaats binnen de gemeente Teulada en geldt als een wat kleinere, exclusieve badplaats. Het dorp is in de afgelopen decennia getransformeerd van een bescheiden vissershaventje tot een charmante vakantiebestemming met luxe villa-urbanisaties in de heuvels eromheen. Moraira heeft bewust geen hoogbouw toegestaan, waardoor het landschap gedomineerd wordt door laagbouw en groene hellingen vol villa’s met zeezicht. Het centrum en de jachthaven van Moraira bieden stijlvolle terrassen, boetieks en visrestaurants, en vlakbij liggen twee beschutte zandstranden (L’Ampolla en El Portet) die bekendstaan als schoon en kindvriendelijk. Moraira trekt een internationaal publiek maar ook veel Spaanse vakantiegangers; dankzij de luxe sfeer, goede restaurants en golfterreinen in de buurt staat het bekend als luxere vakantiebestemming.

Altea ligt ten zuiden van Calpe en wordt vaak geroemd als de bohemien parel van de Costa Blanca. Het oude centrum van Altea, gelegen op een heuvel, is een labyrint van witgekalkte huisjes en geplaveide straatjes vol bloemen, dat uitstekend bewaard is gebleven. Bovenop tronen de iconische blauw-wit betegelde koepels van de kerk Nuestra Señora del Consuelo, het symbool van Altea. Deze schilderachtige setting heeft door de jaren heen talloze kunstenaars, schrijvers en muzikanten aangetrokken, Altea wordt dan ook wel de ‘kunstenaarshoofdstad van de Costa Blanca’ genoemd. In de oude binnenstad vindt men tal van galerieën, ateliers en ambachtelijke winkeltjes. ‘s Avonds is het heerlijk dwalen door de sfeervol verlichte steegjes met uitzicht op zee. Altea zelf heeft tevens een rustig strand (meer kiezel dan zand) en een mooie boulevard. Het contrast met het nabijgelegen bruisende Benidorm kan niet groter zijn: Altea biedt een rustige, artistieke sfeer die populair is bij bezoekers op zoek naar authenticiteit en cultuur. Toch zijn er in de omgeving van Altea ook luxe woonwijken (zoals Altea Hills) verschenen, waar welgestelden, onder wie ook veel buitenlanders, residentieel verblijven. Daarmee verenigt Altea zowel een serene traditionele charme als moderne exclusiviteit.

Calpe (Calp) springt in het oog door de imposante rots Peñón de Ifach die vanuit de zee oprijst, een van de meest herkenbare natuurlijke landmarks van de Costa Blanca. Aan de voet van deze rots ligt Calpe, een voormalige vissersplaats die is uitgegroeid tot een levendig toeristencentrum. In de winter is het hier wel echt een beetje een bejaarden enclave als je het mij vraagt. Calpe heeft in de tweede helft van de 20e eeuw een sterke bouwontwikkeling doorgemaakt, wat te zien is aan de hoogbouw appartementen langs de kustlijn (vergelijkbaar met een mini-Benidorm). Dit betekent dat Calpe iets dichter bebouwd en drukker is dan de eerdergenoemde plaatsen, maar daardoor ook volop voorzieningen biedt: brede boulevards, winkelstraten, nachtmarkten in de zomer en een ruime keuze aan hotels. Het beschikt over twee hoofdstranden (Playa Arenal-Bol en Playa La Fossa/Levante) met fijn zand, gescheiden door de Ifach-rots die als natuurpark wandelend te beklimmen is. Uniek in Calpe zijn ook de Salinas, zoutmeren net landinwaarts van het centrum, waar regelmatig flamingo’s te zien zijn. Daarnaast zijn er historische bezienswaardigheden, zoals de Baños de la Reina (Queens Bath), overblijfselen van Romeinse vissersbassins aan de kust. Calpe trekt een mix van internationaal toerisme en heeft een iets meer betaalbaar imago dan bijvoorbeeld Moraira of Jávea, waardoor het erg populair is bij een breed publiek. Desalniettemin ontbreekt het niet aan luxe: jachthavens aan beide zijden van de Ifach en goede visrestaurants (dankzij de nog actieve visserij) maken het ook voor fijnproevers aantrekkelijk. Kortom, Calpe staat bekend om zon, zee en een iconisch landschap, waar moderne hoogbouw en natuurlijke schoonheid hand in hand gaan. Je hebt natuurlijk hier ook de bekende Spaanse trappen. Wat mij opvalt is dat de restaurants hier nog iets vriendelijke geprijsd zijn.

Altijd al heel populair, maar nu nog net een beetje meer.

De noordelijke Costa Blanca en de Jalón-vallei heeft in de afgelopen twee jaar een sterke toename in populariteit gekend, met name onder Nederlanders. Belangrijke drijfveren zijn het zonnige klimaat, de lagere woonlasten en de ontspannen levensstijl die deze regio biedt. Sinds de corona pandemie is bovendien flexibel (thuis)werken gemeen goed geworden, waardoor ook jongere gezinnen en werkenden de stap durven zetten naar Spanje. Het was ineens zo gemakkelijk om meer in Spanje te zijn. Dit heeft geleid tot een opvallende emigratietrend in 2023 vertrokken ruim 4.800 Nederlanders naar Spanje, een stijging van 54% ten opzichte van het vijfjaarsgemiddelde daarvoor. Spanje is daarmee in 2024 het derde meest populaire emigratieland voor Nederlanders (na België en Duitsland). Nederlanders willen ontsnappen uit de ratrace van het dagelijkse bestaan. Genieten werd ineens zo belangrijk, nadat we zo lang opgesloten hadden gezeten.

Recente cijfers: Nederlandse aanwezigheid in Costa Blanca Noord

De provincie Alicante, waarvan Costa Blanca Noord deel uitmaakt, telde medio 2024 voor het eerst meer dan 2 miljoen inwoners, waarvan 477.536 buitenlanders. Bijna 24% van de bevolking in deze regio is dus van buitenlandse komaf. Onder hen bevindt zich een groeiende Nederlandse gemeenschap: officieel wonen er 15.777 Nederlanders in de provincie Alicante. Dit aantal is de afgelopen jaren fors toegenomen (ter vergelijking: in 2018 emigreerden 2.868 Nederlanders naar Spanje, in 2022 waren dat er al 4.505. De cijfers van afgelopen jaar zijn nog niet bekend. Maar ik denk wel, dat de cijfers nog verder gestegen zijn. Nederlanders vormen daarmee ruim 3% van de buitenlandse populatie in Alicante. Hun gemiddelde leeftijd ligt rond de 58 jaar, wat wijst op een aanzienlijk aandeel gepensioneerden. Toch vestigen zich niet alleen senioren aan de Costa Blanca; ook jonge gezinnen worden aangetrokken door de regio. In populaire plaatsen als Jávea (Xàbia) is inmiddels bijna 47% van de inwoners buitenlander, en in dorpjes in de Jalón-vallei (bijv. Llíber, Alcalalí) vormen buitenlanders zelfs meer dan de helft van de bevolking. Hierin zijn Britten traditioneel de grootste groep, maar ook de Nederlandse gemeenschap is zichtbaar aanwezig. De Nederlanders zijn de Britten behoorlijk aan het verdringen.

Aandeel Nederlandse kopers op de woningmarkt

Buitenlandse kopers spelen een hoofdrol op de huizenmarkt van de Costa Blanca. In heel Spanje waren buitenlandse kopers goed voor 14,5% van alle vastgoedtransacties (Q4 2024), maar aan de Costa Blanca ligt dat aandeel veel hoger, bijna 45,7% van alle woningverkopen in deze regio was aan een buitenlandse koper. Onder die internationale kopers zijn Nederlanders een belangrijke groep. In het derde kwartaal van 2024 kochten Nederlanders 1.462 woningen in Spanje, wat neerkomt op circa 5,9% van alle verkochte huizen in die periode. Hiermee waren Nederlanders de derde grootste buitenlandse kopersgroep, na Britten (8,6% van alle verkopen) en Duitsers (6,7%). Toch voelt het gek. Duitsers hoor ik hier amper. Voor mijn gevoel spreekt de helft Nederlands. In Noord-Costa-Blanca zien we lokaal zelfs dat Nederlanders de ranglijsten aanvoeren: in Jávea was in Q4 2023 ruim 31,6% van alle woningen verkocht aan Nederlandse kopers (tegen 20% aan Britten). Hoewel Britten regionaal nog talrijk zijn, heeft de vrije EU-migratie ervoor gezorgd dat Nederlanders relatief eenvoudig hier een (tweede) huis kunnen kopen en zich vestigen. De meest populaire gebieden onder Nederlandse huizenkopers zijn onder andere Javea, Altea, Denia, Calpe, Moraira en Benissa aan de noordelijke Costa Blanca, naast enclaves in het binnenland zoals Rojales, Benijofar, Torrevieja, La Nucía en de Jalón-vallei waar zich hechte Nederlandse gemeenschappen hebben gevormd. In Nederland wordt alles steeds duurder. De regelgeving is

Huizenprijsstijging in de afgelopen 12 maanden

Iedere maand delen we de cijfers van de huizenprijzen. De gemiddelde vierkante meterprijs: € 2.253 aan de Costa Blanca, de maandelijkse stijging: +2,1% en een kwartaalstijging: +6,8%. En even serieus een jaar-op-jaar stijging: +18,5%.

Top 3 duurste locaties per vierkante meter:
Moraira – € 4.150
Jávea/Xàbia – € 3.828
Benissa – € 3.713

De prijzen stijgen hard. De regio wordt ineens overspoeld met influencers. Zelfs Bas Smit is hier heen met zijn Bisous wijn. Iris Zeilstra opende hier haar vestiging van Pluk in Moraira. De regio wordt steeds populairder. Ook de regelgeving in Nederland omtrent box 3, de huurprijzen en vaste huurcontracten zorgt ervoor dat steeds meer mensen gaan investeren in het buitenland. Ze zeggen weleens dit is het nieuwe ‘Ibiza’.

Een goede combinatie

Sinds de jaren ’50 is de Costa Blanca Noord, en in het bijzonder de Marina Alta, getransformeerd tot een welvarende internationale vakantieregio. Authentiek, historisch karakter, maar ook enorm veel Nederlanders. Je woont hier in de winter comfortabel en rustig en in de zomer is het een bruisende badplaats. Alle voorzieningen zijn er. Het is een gebied dat zich onderscheidt door zijn aangename klimaat, kosmopolitische bewonersmix en van stranden en bergen tot cultuur en gastronomie. Geen wonder dat de populariteit van deze regio sinds het midden van de 20e eeuw alleen maar is blijven stijgen en dat het vandaag de dag geldt als een van de meest geliefde bestemmingen aan de Middellandse Zee voor zowel vakanties als tweede verblijven, maar ook zelfs als definitieve woonplaats. Typische authentieke Spaanse marktjes en tapasbarretjes, maar ook luxe strandtenten en internationale restaurants. Is dit ook de regio waar jij vaker wil komen en een huis wil kopen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *